Het symbool van de fakkel met aan beide zijden drie ‘happy men’ is het symbool van de vrijzinnigheid in België.
Al sinds de Verlichting is de fakkel een belangrijk symbool dat staat voor kennis, rede en vooruitgang. De fakkel brengt licht in de duisternis: door het licht van de rede zijn mensen in staat helder te denken en tot inzicht te komen.
De menselijke figuren aan weerszijden van de fakkel symboliseren het humanisme waarin de mens en zijn leefomgeving centraal staan. De figuren raken elkaar, wat staat voor verbondenheid en solidariteit. De figuren rechts zijn hoger geplaatst dan de figuren links. Dat verwijst naar de mogelijkheid om zich te ontwikkelen en te groeien naar meer kennis en inzicht. Ontwikkeling en ontplooiing op basis van zelfinzicht en kennis over de omringende wereld zijn voor vrijzinnigen belangrijke waarden.
De fakkel en de dubbele reeks figuren staan in een cirkel gevat, als een symbool van wereldsolidariteit: alle mensen ter wereld voelen zich in het licht van de rede onderling verbonden. Het doorgeven van de fakkel is één van de rituelen bij de vrijzinnige feesten en symboliseert de onderlinge verbondenheid en de warmte binnen de vrijzinnig humanistische gemeenschap.
De feesteling kan ook van de leerkracht een fakkel ontvangen als teken van ‘verspreiding van de rede’, als opname in de vrijzinnig humanistische gemeenschap en als ‘oproep tot eigen verantwoordelijkheid’.
Soms gaat het ritueel gepaard met een tekstje zoals:
Lieve mensen, maak me niet te wijs, laat me zelf een toorts aansteken, om in haar aarzelende licht, mijn wijsheid te zoeken.
Lieve mensen, maak me niet te krachtig, laat mijn toorts niet opvlammen, tot een brandstapel voor andersdenkenden.
Lieve mensen, geef mij liefde en schoonheid. Laat mij binnen de cirkel van het warme licht,
zoeken, vinden, bouwen, en dus mezelf worden.
Bron: Dekempe, D., Lentefeest & Vrijzinnige jeugd, IMD en H-VV, Verbeke, 2014.